De Struisvogel
De struisvogel is de grootste vogel op aarde en is een echt groepsdier. Hij is van naturen heel
nieuwsgierig, wat hij tot uiting brengt doordat hij alles met zijn snavel wil betasten. Kom je dicht
in de buurt dan pikt hij overal aan, je bril, je sieraden en je horloge zijn dan onweerstaanbaar voor hem.
Bij volwassen struisvogels zijn de hanen (mannetjes) zwart van veren en hebben een rode snavel en poten.
De hennen (vrouwtjes) zijn volledig grijs van kleur. Ze worden bij ons gehouden in groepen van 10 stuks.
Bestaande uit 4 hanen en 6 hennen. Maar ze kunnen ook in koppels (1 haan en 1 hen) of trio's ( 1 haan en
2 hennen) worden gehouden. Er heerst een sterke hiërarchie onder de hanen maar ook onder de hennen van de
groep. Er is doorgaans één dominerende haan en een hoofdhen.
De kuikens komen na een periode van 42 dagen broeden uit het ei, wat een hele opgave is met een schaaldikte
van circa 2 mm. Wanneer de kuikens uit het ei zijn gaan ze vrijwel direct naar de 'opfokstal', waar ze de
eerste weken d.m.v. lampen of gaskappen gecombineerd met vloerverwarming goed warm gehouden worden. Maar als
het goed weer is mogen ze al gauw naar buiten. De temperatuur van 30ºC in de eerste dagen wort al snel afgebouwd.
En na vier weken hebben ze zelfs geen verwarming meer nodig.
De jonge kuikens hebben nog geen veren maar stekeltjes zoals een egel welke zorgen voor perfecte camouflage in het
ruige gras in de wildernis. Na enkele maanden krijgen ze veren en dan zitten de stekeltjes nog aan het eind van de
veer.
Aan de top van de veer ziet u duidelijk de stekels nog zitten
De struisvogel is een sterke vogel die al meer dan 20 miljoen jaar op aarde rond huppelt. Hij is van nature
sterk waardoor hij onder goede omstandigheden geen medicijnen of antibiotica nodig heeft. Bij ons op de farm
groeien ze dan ook zoveel mogelijk op onder natuurlijke omstandigheden met veel rust en ruimte.
Huisvesting
De struisvogels die bij ons op de farm worden gehouden kunnen het gehele jaar zowel binnen als buiten. De
zogenaamde 'padoks' waar ze in worden gehouden zijn afgerasterd met gaas van 1,75 meter hoog. Dit is hoog
genoeg omdat een struisvogel immers niet kan vliegen doordat zijn vleugels te klein zijn om zijn gewicht van
100 kg of meer te kunnen dragen.
Er moet wel een schuilhut zijn in de wei waar ze met veel regen en wind kunnen schuilen. Ze kunnen heel goed
tegen de kou en ze geven er de voorkeur aan om buiten te slapen, ook al ligt er sneeuw. Ze passen zich goed aan
onze weersomstandigheden aan.
Voeding
De struisvogel is van naturen een alleseter. Zo eet hij in de vrije natuur vruchten, gras, zaden, kruiden en
insecten. De struisvogel heeft een zogenaamde spiermaag die is gevuld met stenen waarmee hij in staat is om hard
en moeilijk verteerbaar voedsel fijn te malen, zoals bijvoorbeeld mais en harde grassen.
In Nederland krijgt de struisvogel vrijwel hetzelfde voedsel als een koe. Bij ons op de farm krijgen ze bijvoorbeeld
snijmais (= fijngemalen stengel en kolf van de maisplant) of fijn gesneden gras of hooi aangevuld met speciale struisvogelbrokken.
Het gesneden gras of hooi moet echter wel goed kort zijn want lang gras of hooi kan hij moeilijk verwerken waardoor zijn maag
verstopt kan gaan zitten. Als hij het gras zelf plukt, pakt hij telkens maar kleine stukje. Ook groente of brood staan op zijn
menu. Zijn bek is zo groot dat hij een grote appel met gemak heel door kan slikken.